303.2 mono eindversterkers

Een paar maanden geleden stond er op Facebook een bericht dat Cees Ruijtenberg (van Metrum Acoustics) een Quad 303.2 stereo-eindversterker onder handen had genomen.
De eigenschappen van de oude Quad 303 zijn stabiliteit en het kunnen aansturen van lastige luidsprekers zoals elektrostaten. De oude 303 kent echter geen beveiliging en wordt de muziek altijd via een seriecondensator afgespeeld vanwege de afwezigheid van een symmetrische voeding.
Het leek Cees leuk om een upgrade te maken voor het oude ontwerp zodat het financieel-technisch gesproken een redelijk goedkope ingreep zou worden, slechts printen en trafo vervangen en gebruik makend van de oude behuizing. Echter bleek dat Quad gebruikers redelijk trouw zijn aan de oude techniek dus was dat idee een gepasseerd station.

Door de positieve hifi liefhebbers in zijn directe omgeving bleef het idee toch knagen om het dan toch maar in een ander vat te gieten.
Zo ontstond dit project: de naam 303.2 bleef bestaan maar Cees had nu alle ruimte een en ander naar zijn hand te zetten. Mono opzet, andere behuizing, remote aansturing, en bijvoorbeeld een selectie mogelijkheid tussen RCA dan wel XLR via een schakelaar op de achterzijde van de versterkers. Tevens gaat de beveiliging veel verder door het apparaat geheel uit te zetten bij problemen.
De techniek voor het audiogedeelte laat veel ruimte om weinig feedback toe te passen en onder andere daardoor een stabiele versterker kon worden ontworpen ongeacht de belasting zoals bijvoorbeeld elektrostaten.
Een (waarschijnlijk) eenmalig project en werd tegen kostprijs uitgevoerd. Het minimale aantal sets was bepaald op vijf maar bij tien of meer sets werd het zelf wat goedkoper. Ik heb geen seconde getwijfeld en heb mijzelf “ingeschreven” voor een setje.

Even wat specs van deze 303.2 monoblokken:

  • Gesimuleerde buis schakeling d.m.v. hoogspanning Fets
  • Vermogen: 25 Watt bij 8 Ohm waarvan 3 Watt in klasse A (clippingpoint 30Watt)
  • 150VA voedingstransformator
  • Lage tegenkoppeling/feedback
  • Freq bereik: 5-150kHz -3dB
  • Vervorming: 0,04%
  • Dempingsfactor: 50
  • Ruisvloer: -120dB bij 20 Hz, -130dB bij 1 kHz , -140dB bij 20kHz
  • Ingansimpedantie: 33kOhm
  • Ingangen : XLR en RCA schakelbaar.
  • Remote functie: vanuit externe bron.
  • Beveiliging: Voor kortsluiting en offset.

De hoofdprint is twee-zijdig ontworpen om het in een relatief kleine kast te kunnen monteren en waarbij er een minimum aan bedrading benodigd is. Dat is uitstekend gelukt. De behuizing is strak zonder toeters en bellen en er was een keuze voor zwarte of zilveren fronten waarbij ik voor de zwarte heb gekozen.
De gesimuleerde buisschakeling door middel van hoogspanning Fets moet zorgen voor een klank van een buis, ruimtelijk en luchtig, maar dan met de kracht en de controle van een transistorversterker.
Op de voorzijde vind je een knopje waarmee je de versterker aanzet en  is er een twee-kleurig ledje in de kleuren rood en groen waaraan je kunt zien of de versterker aan is of in stand-by staat.
Bij bedienen van de aan/uit knop duurt het een seconde of 2 waarna je een korte “klik” hoort, de versterker staat nu aan en het ledje kleurt netjes groen.
Aan de achterzijde vind je de net-entree, luidspreker uitgangen, XLR- en RCA ingangen, de omschakelaar voor de keuze XLR of RCA en een remote aansluiting.

Het uit de audiokast peuteren van de Kinki Studio EX-B7 eindversterkers is altijd wel een klusje. Alhoewel het geen echte reuzen zijn, zijn ze voor mij best wat onhandelbaar. Zo’n 18 kg per stuk en er zit bekabeling aan de achterzijde waar je slecht bij kunt komen. Maar uiteindelijk is het weer gelukt waarna de 303.2 mono’s op hun plek konden worden gezet. Omdat de 303.2’s lekker klein en relatief licht zijn, was dit een eitje en ook was er nu lekker veel ruimte om de kabels weer aan te sluiten.
Eenmaal weer onder spanning konden de 303.2’s met een klik op de frontknop worden aangezet. Daarna inspelen waarbij een week werd geadviseerd, dit aldus gerespecteerd waarbij vooral TV geluid is gespeeld. Ik moest mij erg inhouden om niet te vroeg serieus te gaan luisteren.

Maar op een gegeven moment was het dan toch zover en kon mijn favoriete playlist van start gaan. Mijn beleving van de klank van deze 303.2 mono’s heb ik uiteraard vergeleken met de Kinki’s.
De overall-sound is zeer prettig te noemen met een mooie rust in het geluidsbeeld. Het komt prima los van de luidsprekers, maar iets minder breed en diep afgetekend. Instrumenten hebben een fraaie texture en klinken nooit hard of te fel. Heel opvallend is de fraaie weergave van stemmen en dan vrouwenstemmen in het bijzonder. Behalve als het echt in de opname zit, zijn er nergens irritante s-klanken te horen, heel prettig.
De hoogweergave is super schoon en goed gevuld met details. Het middengebied is helder met voldoende gloed om niet “kaal” te klinken en stemmen staan mooi op de voorgrond te performen. De laagweergave is loei strak en loopt diep door, waarbij de punch weliswaar wat minder krachtig is, maar een echt gemis is het zeker niet. Bijvoorbeeld opnames met eigenlijk een overdaad aan laag profiteren hier van.

Anette Askvik - LibertyAnette Askvik nummer Liberty van het gelijknamige album moet bij dit soort luistersessies worden gedraaid. Ik vind haar stem geweldig en het album prachtig opgenomen. Zoals eerder genoemd is het uitklinken van haar stem heel subtiel en ook via de 303.2’s erg goed te volgen. Ook de tweede stem staat mooi los van die van Anette.
De aanzet van de sax is fraai en klinkt daarna mooi krachtig zonder ook maar een moment hard te worden qua klank. Het laag kan in dit nummer op sommige sets wat veel en rommelig worden maar daar hebben deze mono’s geen moeite mee, het is eerder wat ingetogen dan teveel.


Het nummer Turner’s Ship van Maila en Boris Blank van het album Convergence zorgt voor wat meer bombarie dan mevrouw Askvik. Het is een zeer dynamisch nummer en er komt een bak energie de kamer in geslingerd. Ik heb dit nummer ook wel eens beluisterd op een set waarbij het echt too much was, maar de 303.2’s geven geen krimp en is het nummer zeer genietbaar. De beleving is iets minder heftig dan met de Kinki’s maar dat is met een nummer als dit niet direct een nadeel. Het geeft  gewoon een iets andere beleving.


Een live album wat tegenwoordig standaard op de lijst staat is Hyper van trompettist Eric Vloeimans. Vooral het nummer Prince of Darkness geeft veel luisterpret. Het trompetgeluid van Vloeimans wordt door de 303.2’s geweldig fraai weergegeven en de man staat rotsvast voor je neus te blazen. De baslijnen van de basgitaar zijn uitstekend los van de bassdrum te volgen en versmeren nergens.
Het nummer heeft een mooie opbouw qua dynamiek en de “drukte” van het nummer wordt eigenlijk nooit vervelend via de 303.2’s, een erg prettige eigenschap.


Het nummer Polina van het album Migration van Dave Grusin stamt alweer uit 1989 maar is mooi opgenomen en de muzikanten zijn werkelijk heerlijk aan het musiceren, je kan gewoon horen dat ze er lol in hebben. Zo ook Hugh Masekela (ja die van Stimula) die de flugerhorn met verve bespeeld, of eigenlijk beblaasd. Heel mooi hoe de 303.2’s dat neerzetten. Ook Grusin’s piano staat als een huis en klinkt krachtig, hier ook weer met lang uitklinkende tonen.
Later beluisterd met de Kinki’s bemerkte ik wel meer kracht en punch in de onderste regionen en dat mag dit nummer wel hebben.


Jack Lee en Bob James’s album Botero is ook weer van de partij en het nummer Sphere is gevuld met onder andere rijk en vol laag. Hier doen de 303.2’s erg goede zaken door de bassen loeistrak neer te zetten. Ook de fijne bekkens worden erg prettig vertolkt. Bob James piano en Lee’s gitaar behouden hun natuurlijk timbre met de 303.2’s.


Via Facebook was de ontwikkeling van dit project te volgen en ik was telkens verbaasd over de technische vaardigheden van Cees. Ogenschijnlijk schud hij elektronische ontwerpen uit zijn mouw, niet alleen op audio gebied maar ook als een bepaald meetapparaat benodigd is maar nog niet op de markt is, dan ontwerpt en bouwt hij dat gewoon zelf!
Ik kan niet anders zeggen dat de 303.2 monoblokken uitstekend presteren. Qua vermogen hebben ze geen enkel probleem met de Xanadu HRS22YH-MG gehad. Deze monitoren hebben een rendement van rond de 87dB en dat is blijkbaar voldoende. De Holo Audio Serene voorversterker moest wel een stuk verder opengedraaid worden. Cees heeft uitgelegd dat de monoblokken bewust een wat ongevoeliger ingang hebben. Dit vanwege het soms hoge uitgangssignaal van diverse dac’s die de maximale uitgangsspanning van 2 V afgeven, waardoor het volume in dat geval al te hoog zou worden bij een gering opengedraaide volume knop.
Al met al een geslaagde ontwerp en deze monoblokken zouden ondanks het relatief geringe vermogen prima in veel verschillende sets hun plek kunnen vinden.

Gebruikte apparatuur:
AEZ nanotec Power Strada #308 / Iego 8075BK koper-rodium voedingskabels
Purecable nanoPWR 309 voedingskabel (1x gebruikt op de DAC)
Purecable 8-voudig Nano Block met iFi AC iPurifier
Synology DS212+ NAS
SOtM sNH-10G switch met sCLK-EX op sPS-500 voeding
Intel NUC8i7BEH met Roon ROCK met iFi DC iPurifier2 in de voeding
AEZ Carbon / MFP8 IE ethernet kabels
Mano ULTRA mkIII Farad Music streamer met Gentooplayer
Holo Audio MAY Level 3 Kitsune (KTE) DAC
AEZ Furutech FA-αS22/CF-102(R) RCA interlinks
Holo Audio Serene Level 2 Kitsune (KTE) voorversterker
Kinki Studio EX-B7 mono eindversterkers
303.2 mono eindversterkers
AEZ nanotec SP#79 PTC1 / Furutech FP202(R) luidsprekerkabel
Xanadu HRS22YH-MG met ViaBlue UFO XL absorbers

Reacties zijn gesloten.